Een groot raam in de huiskamer geeft uitzicht op het winkelcentrum in Malburgen. Maar Arie komt er niet zo vaak. “Straatvrees”, zegt hij. Toch merkt hij dat het ondernemen van dingen sinds een jaar steeds gemakkelijker wordt. Samen met zijn begeleider en de gastvrouwen van de woonunit werkt hij aan zelfvertrouwen en zelfstandigheid.
Arie gaat elke maandag naar de sportschool, doet soms boodschappen bij de Aldi. Hij doet ook mee met de inloopactiviteiten elders in het pand. “We knutselen en bakken. En er is yoga. Dat is fijn om te doen.”Voor Arie is het meedoen aan de activiteiten een grote stap in de goede richting, zegt ‘gastvrouw-plus’ Ans. Ze tikt op zijn knie. “Je bent het afgelopen jaar echt gegroeid, hè Arie? Maar je bent het ook wel eens beu als we je wéér stimuleren iets te ondernemen”, zegt ze lachend.
Arie woont samen met zeven andere huisgenoten op de verdieping, die eigenlijk voor de doelgroep ouderen bedoeld is. “Ik heb deze plek gekregen, omdat ik hier de hulp kan krijgen die ik nodig heb. Maar dat betekent wel dat ik veruit de jongste ben. Sommige medebewoners zijn al over de 80.” Ans grapt: “De oudere dames maken wel eens ruzie wie met je mag trouwen.”Arie merkt dat hij steeds ondernemender wordt. Voordat hij in de beschermende woning van RIBW AVV kwam, bleef hij veel meer thuis en keek hij hele dagen tv. Dat is nu voorbij. Gelukkig, vindt hij zelf ook. Het fitnessen geeft hem zo veel voldoening, dat hij dat vaker wil gaan doen. En thuis krijgt hij taakjes, zoals de planten en bloemen verzorgen en de ontbijttafel dekken. Alhoewel dat laatste er soms bij inschiet. “Ans probeert me ook nog wel eens aan het koken te krijgen. Maar dat gaat mooi niet lukken”, zegt hij resoluut. Het is zeker niet Aries bedoeling om ook tot ver na zijn tachtigste in de groepswoning te blijven. “Ik zou wel weer een eigen plek willen. Een huisje hier in Malburgen, waar ik eerder heb gewoond. Dat zou wel fijn zijn.”
Ans staat als gastvrouw voor Arie en zijn medebewoners klaar. Ze luistert als het nodig is en zorgt voor gezelligheid. Ook de hulp van de persoonlijk begeleider is altijd binnen bereik. “Hij is hier een paar keer per week en komt altijd even vragen hoe het gaat”, zegt Arie. “En als het even wat minder gaat, kan ik altijd goed met hem praten.” Ans geeft hem een schouderklop. “We zijn een goed team met zijn drieën.”