Regio Arnhem Presikhaaf/Spijkerkwartier – Aan de Arnhemse Dalweg ligt de openbare stadsmoestuin Kweekland. Hier kunnen buurtbewoners groente en bloemen kopen of tussen het groen genieten van een kopje thee. Ondernemer Bas Roodbergen en twintig vrijwilligers met en zonder psychiatrische aandoening onderhouden de tuin.
Bas begeleidt samen met twee andere ondernemers sinds begin 2014 cliënten van RIBW AVV, vrijwilligers van de gemeente en stagiaires van groenopleidingen. ‘Kweekland heeft drie sociale doelstellingen,’ vertelt hij. ‘Re-integratie, verbinden en educatie. We willen mensen in deze buurt met elkaar en hun omgeving verbinden. Dat doen we door producten te kweken die mensen hier kunnen kopen.’
Een keer per week werkt Berry in de moestuin. ‘Ik zocht al een tijdje werk wat ik buiten kon doen, maar er was niets voor mij. Vroeger heb ik op een boerderij gewerkt en dat vond ik ontzettend fijn.’ Via een kwartiermaker van Rijnstad kwam Berry bij Kweekland terecht. ‘Ik heb veel drukte in mijn hoofd. Door buiten te werken en met mijn handen in de aarde te wroeten, kom ik tot rust. Ik leer ontzettend veel over tuinieren. Mijn conditie is verbetert en ik zit weer in een gezond ritme.’
Bas legt uit dat dit een van de ideële doelstellingen van Kweekland is. ‘We willen mensen in contact brengen met gezonde voeding, gezond leven en het zelf kweken van je voedsel. Dat spreekt het zelfhelend vermogen aan waar Berry over vertelt.’
Iedere ochtend maakt Bas met de vrijwilligers een rondje door de tuin. ‘Ik wijs ze op het proces dat gaande is in de natuur en welke werkzaamheden er gedaan moeten worden.’ Bas houdt er een organische manier van werken op na. ‘Ik bedenk niet van te voren wat iedereen moet gaan doen. Dat ontstaat vanzelf tijdens de ochtendwandeling.’ Zo begint Berry elke werkdag met het voeren van de kippen. Daarna gaat hij doen wat nodig is, bijvoorbeeld zaaien, oogsten of snoeien.
‘Ik geeft iedereen zoveel mogelijk ruimte,’ vertelt Bas. ‘De vrijwilligers ontdekken zelf veel en kunnen elkaar om hulp vragen. Ze kunnen veel voor elkaar betekenen.’ Berry beaamt dat: ‘We hebben allemaal onze rugzakken met ervaringen. Die zetten we in om elkaar te ondersteunen. Dat gaat soms beter dan wanneer er een begeleider tussen zit.’
De ongedwongen sfeer die Bas creëert, past goed bij Berry: ‘Hier voel ik me thuis. Ik mag op mijn eigen tempo werken. En doordat ik met andere vrijwilligers werk, voel ik me weer verbonden met de maatschappij. Mijn blik wordt breder en ik kan me weer staven aan anderen die in deze maatschappij leven.’